Als je de foto’s op deze site goed bekijkt, kun je zien dat dit gebouw en de opstallen eerder een boerderij is geweest. Voor de naam Oliver moeten we terug naar de oorlog. Ook in West-Friesland waren er toen diverse verzetsgroepen actief. Aan het eind van de oorlog werden deze groepen voorzien van wapens, gereedschap en voedsel. Deze werden uitgeworpen – ‘gedropt’ – door geallieerde vliegtuigen die laag over weilanden vlogen.

In West-Friesland waren er zes van dergelijke ‘dropzones’, elk met een eigen codenaam: Mandrill, Sally, Lalou, Martini, Winnipeg en – inderdaad – Oliver. Mandrill en Oliver werden het vaakst gebruikt. Na de droppings zorgde het verzet er bliksemsnel voor dat de lading werd geborgen en verspreid, dikwijls via boerenschuiten door de polder en de talloze slootjes. De verzetsmensen liepen enorm gevaar; aan het einde van de oorlog werd iedereen die ook maar een beetje verdacht was, onverbiddelijk geëxecuteerd. Als eerbetoon aan deze West-Friese helden is de naam Oliver behouden. Zo houden de herinnering levend.